|
Biografie Op 31 juli 1933 werd Cornelis Johannes Jacobus Maria Nooteboom geboren te Den Haag. Als
Cees Nooteboom debuteerde hij in 1955 met de roman Philip en de Anderen die al snel gevolgd werd met de dichtbundel 'De Doden zoeken een Huis' (1956). Voor deze dichtbundel ontving hij een reisbeurs van de Nederlandse regering. De drie passies van Nooteboom zaten er dus al vroeg in: dichten, reizen en romanschrijven.
Zoektocht
Toch lijkt zijn debuutroman weinig op de rest van zijn werk. De dromerige Philip reist door Europa op zoek naar een Chinees meisje. Op deze zoektocht ontmoet hij 'de anderen'. De toegankelijke stijl staat in groot contrast met de romans die Nooteboom daarna publiceert. Werkelijkheid en fictie lopen in Een lied van schijn en wezen (1981)en De ridder is gestorven (1963) meer en meer door elkaar, in een taalspel dat zich wel laat lezen maar niet licht laat navertellen. In zijn meest bekende romans Rituelen (1980) en Allerzielen (1998) is de stijl toegankelijker maar ook in die romans is de diepgravende intellectuele manier van schrijven van Nooteboom in elke zin terug te vinden.
Grenzeloos talent
Deze intelecuele toon komt ook naar voren uit zijn reisverhalen. Het is Nooteboom geweest die het genre van het reisverhaal een plaats heeft gegeven. Steeds schrijft hij in zijn eigen onderscheidende stijl. Wie met Nooteboom meereist wordt meegenomen in geschiedenissen en beschouwingen die de lezer laten delen in de ervaring van de auteur. Soms is het bij Nooteboom moeilijk om een grens te trekken tussen de verschillende genres die hij beoefend. Sommige van zijn reisverhalen neigen naar essayistiek terwijl een roman als In de bergen van Nederland ook gelezen kan worden als een literatuurwetenschappelijk betoog.
Poezie...
Als Nooteboom gevraagd wordt om zélf een typering te geven van zijn schrijverschap dan zal hij zeggen dat hij toch vooral een dichter is. Het meest van alle genres toon Nooteboom zich in zijn gedichten de taalvirtuoos die met hermetische en soms raadselachtige gedichten de lezer aanspreekt op een heel persoonlijk niveau. Niet elke schrijver krijgt het voor elkaar om al tijdens zijn auteurschap twee maal een overzichtswerk uit te mogen geven. Vuurtijd, ijstijd, Gedichten (1984) bevat al zijn gedichten en dichtbundels van 1955 tot 1983 terwijl Bitterzoet honderd gedichten van vroeger en zeventien nieuwe (2000) nog een licht werpt op het poëtische werk van Nooteboom.
Comeback?
Al van zijn debuut af aan is Nooteboom zeer positief ontvangen door de Nederlandse kritiek. Toch heeft hij een beetje een moeilijke relatie met het Nederlandse publiek. Op de een of andere manier heeft de Nederlandse lezer het toch moeilijk met zijn intellectuele stijl. Dit is er dan ook de reden van dat Nooteboom na De ridder is gestorven (1963) bijna twintig jaar lang geen romans meer heeft geschreven. Vanaf dat moment is hij vooral bekend geweest als schrijver van reisverhalen en gedichten. Zijn 'comeback' als romanschrijver met Rituelen (1980) is gelukkig definitief. De naam Cees Nooteboom is vandaag de dag niet meer weg te denken uit de Nederlandse literaire wereld en heeft hij een groot aantal lezers weten te bereiken.
Grenzeloos talent
Tegenwoordig maakt het Nederlandse publiek ook maar een relatief klein deel uit van zijn lezers. Zijn werk wordt nu meestal snel vertaald naar het Duitse taalgebied, waar zijn naam bijna nog bekender is als in Nederland, naar het Engelse taalgebied waar zijn roem stijgt en zelfs naar het Spaanse of het Turkse taalgebied. In 1957 ontving Nooteboom de Anne Frank Prijs voor zijn debuutroman. Tegenwoordig heeft hij ook een groot aantal buitenlandse onderscheidingen op zijn naam staan. In 1997 werd hij benoemd tot Honorary member of the Modern Language Association of the United States of America. Maar het belangrijkste is nog wel dat Nooteboom door zijn gestaag stijgende verkopen aandacht heeft kunnen vragen voor de boeiende thematieken die hij aansnijd. Over zijn roman Allerzielen (1998) zegt hij bijvoorbeeld: "Het thema van het boek is dat van de dingen die verdwijnen en ook onherroepelijk verdwijnen […] Die dingen die ook bij het leven horen en waar je het nooit over hebt".
|